Het Expertisecentrum Kinderopvang doet in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opnieuw onderzoek naar de maatregel om beroepskrachten in opleiding vaker formatief in te zetten. Vorig jaar lag de focus van het onderzoek op bekendheid met en het gebruik van de maatregel. Nu wordt het effect van de maatregel op de werkdruk van collega pedagogisch medewerkers en de pedagogische kwaliteit onderzocht.
Waar gaat het eigenlijk over?
Sinds 1 januari 2022 mogen beroepskrachten in opleiding vaker formatief ingezet worden. Dit betekent dat zij vaker als volwaardig pedagogisch medewerker kunnen werken (niet boventallig en dus formatief). Dit is een tijdelijke maatregel. Tot 1 juli 2024 mag namelijk maximaal de helft van het aantal in te zetten beroepskrachten op een kindercentrum bestaan uit beroepskrachten in opleiding. Tot 1 januari 2022 was dat maximaal een derde van het aantal in te zetten beroepskrachten op een kindercentrum. Met dit onderzoek wil het Ministerie van SZW zicht krijgen op de gevolgen van deze maatregel voor met name de werkdruk van collega pedagogisch medewerkers en de pedagogische kwaliteit. Het Ministerie van SZW gebruikt de uitkomsten van het onderzoek bij de beslissing over een eventuele verlenging van de maatregel. De maatregel is alleen van toepassing op beroepskrachten in opleiding. Voor stagiairs blijft van toepassing dat zij formatief mogen worden ingezet tot maximaal een derde deel van het totaal aantal in te zetten beroepskrachten op een kindercentrum.
Voor dit onderzoek is het Expertisecentrum Kinderopvang op zoek naar respondenten die zicht hebben op de effecten van de grotere formatieve inzetbaarheid van de beroepskracht(en) in opleiding. Dit kunnen (locatie)managers zijn, maar ook pedagogisch coaches/beleidsmedewerkers.
Val jij onder deze doelgroep? En wil je een bijdrage leveren aan dit belangrijke onderzoek voor de branche? Vul dan deze vragenlijst in.