15 maart 2021

Analyse Verkiezingen: PvdA en Kinderopvang

De PvdA zet in op gelijke kansen. Alle jonge kinderen (nul tot vier jaar) krijgen gratis toegang tot publiek gefinancierde kinderopvang met goed opgeleide pedagogische medewerkers. Hier kunnen ze de hele dag terecht, ongeacht wat hun ouders doen. Volgens de PvdA moet de kinderopvang net als basisscholen een publieke voorziening worden zonder winstoogmerk. Wij lazen het verkiezingsprogramma van de PvdA en voerden een kritisch gesprek met kinderopvang-woordvoerder voor de PvdA, Gijs van Dijk, in onze BK Podcast.

Van SER advies naar Gratis Kinderopvang
In 2017 bepleitte de PvdA nog het volgen van het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) genaamd “Gelijk goed van start” waarin wordt geadviseerd dat alle kinderen tussen de 2 en 4 jaar een aanbod van 16 uur per week krijgen. Daarbij werd weliswaar de stip op de horizon naar een geïntegreerde voorziening voor kinderen van 0-12 jaar al geplaatst, maar over marktwerking en ondernemerschap (en dus de vorm) werd in het programma van 2017 nog niet gesproken,

Inmiddels, vier jaar later, pleit de PvdA voor kinderopvang als publieke voorziening zonder winstoogmerk. De partij gaat daarbij een behoorlijke stap verder dan in het eerdere verkiezingsprogramma. Over gratis kinderopvang, waar in tegenstelling tot het onderwijs, geen plicht tegenover staat, zegt Gijs van Dijk in de BK Podcast: “Het zou toch mooi zijn als ieder kind tenminste vanaf 2 (of 0) jaar een aantal dagen op de kinderopvang zit, dus ik denkt dat je daar wel naartoe zou moeten. Een soort ontwikkelplicht voor jonge kinderen.”

In tegenstelling tot veel Scandinavische landen, waar de sociaaldemocratie groot is, kiest de PvdA in Nederland niet voor een eigen (inkomensafhankelijke) bijdrage van ouders maar een echt volledig gratis voorziening. “Hier hebben we de keuze gemaakt, mede door de toeslagenproblematiek. Dat rondpompen van geld moeten we vanaf. Het onderwijs is hier bovendien ook gratis en zien de ontwikkeling van het kind vanaf 0 jaar als een publieke verantwoordelijkheid.”

Einde marktwerking
Het programma van de PvdA voor wat betreft de kinderopvang laat zich in vier belangrijke speerpunten vertalen. Waarvan het hierboven genoemde gratis kinderopvang de eerste is. Daaraan gekoppeld wordt als tweede speerpunt het einde van de marktwerking in de kinderopvang bepleit. Zo stellen de sociaaldemocraten dat “er geen winst in de zakken mag belanden van aandeelhouders van commerciële kinderopvangorganisaties”.

Het einde van de marktwerking in de kinderopvang wil Gijs van Dijk handen en voeten geven door middel van een dialoog met de (vele) MKB’ers in de sector en door het MKB om te vormen tot een vorm van sociaal ondernemerschap. Dit wil hij graag een juridische basis te geven. Daarmee hoopt hij het innovatieve karakter van het midden- en kleinbedrijf voor de sector te behouden, zonder dat het winst gedreven is. Van Dijk ziet veel in deze nieuwe tussenvorm, en erkent dat de huidige wijze waarop het onderwijs is ingericht en wordt aangestuurd, ook niet ideaal is omdat ook daar het geld lang niet altijd naar de klassen gaat.

Het derde speerpunt uit het partijprogramma is de afschaffing van de kinderopvangtoeslag. Kinderopvang een publieke voorziening maken zorgt ervoor dat de toeslag overbodig wordt, zo geeft de partij aan. Overigens biedt het programma nog wel ruimte voor een eigen bijdrage in de buitenschoolse opvang voor kapitaalkrachtige ouders.

Brede scholen
Het laatste speerpunt rondom kinderopvang is voor de PvdA de inzet op brede scholen. “Als we willen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, moet je kijken naar de leeftijd 0-12 jaar. We moeten de ontwikkeling van het kind centraal stellen en daar is de kinderopvang en het onderwijs dienstbaar aan. Om de doorlopende pedagogische ontwikkellijn goed te laten verlopen, is het van belang de twee werelden van kinderopvang en onderwijs bij elkaar te brengen,” zo stelt Van Dijk. Hij heeft daarbij wel oog voor de noodzaak van gelijkwaardigheid tussen kinderopvang en onderwijs (het onderwijs kan wel wat hooghartig overkomen erkent hij) en ziet niet gebeuren dat het onderwijs de kinderopvang er even “bij gaat doen”.