25 mei 2022
Wachtlijsten in de kinderopvang – en toch dé oplossing voor tekorten in de rest van Nederland?
Vandaag publiceerde de SER haar advies om de arbeidsmarkttekorten in maatschappelijke sectoren op te lossen. Niet alleen de kinderopvang, maar ook de zorg, het onderwijs, en de politie kampen met enorme uitdagingen in het aantrekken en behouden van personeel.
De SER onderkent in haar rapport dat ook in de kinderopvang de arbeidskrapte toeneemt. Het aantal vacatures in de kinderopvang was al ongekend hoog en is in een jaar tijd nog eens verdrievoudigd. Met de aangekondigde plannen uit het coalitieakkoord om vanaf 2025 kinderopvang voor 95% te vergoeden voor werkende ouders, loopt dat alleen maar verder op. Om die ambitie te realiseren zijn er in de komende 10 jaar nog eens 50.000 extra medewerkers in de kinderopvang nodig. Dat is een ongekend groot aantal.
Vertrouwen in de professional is cruciaal
Dat er meer nieuw personeel nodig is, staat vast. Maar daarmee zijn we er niet. Er ligt ook een kans in het beter benutten van de capaciteit die er wel is. Daarvoor is het cruciaal dat de werk- en regeldruk omlaag gaat. Emmeline Bijlsma, directeur van BK: “Daar legt de SER de vinger precies op de zere plek: veel regeldruk is rechtstreeks terug te voeren op landelijke regelgeving, en is een kenmerk van publiek gefinancierde organisaties”. Minder regelzucht en verantwoordingsdrift, meer regelmogelijkheden en een cultuur van meer vertrouwen in professionals zijn cruciaal, aldus de SER. Bijlsma onderschrijft dit: “Vertrouwen in de professional is noodzakelijk om hoge kwaliteit te bieden en het werkplezier van onze pedagogisch professionals te vergroten. Voor de overheid blijkt dit helaas erg lastig. Vertrouwen in de professional is al minstens 15 (!) jaar een terugkerend thema bij de overheid, maar het heeft nog niet geleid tot de noodzakelijke paradigmashift. Ook bínnen overheidsorganisaties zie je de bureaucratie en regeldruk alleen maar toenemen. Hier ligt echt een flinke uitdaging voor het kabinet”.
Kinderopvang dé oplossing voor meer arbeidsparticipatie?
De oplossing van het arbeidsmarkttekort in de breedte wordt door de SER eveneens gezocht in het stimuleren van het werken van meer uren. Volgens de SER is de kinderopvang een belangrijk instrument om dat mogelijk te maken. De kinderopvang zou daarbij toegankelijker moeten worden, en de afspraak uit het coalitieakkoord om vanaf 2025 kinderopvang voor 95% voor werkende ouders te vergoeden, zou daar een stap in zijn.
De vraag is of de huidige plannen van het kabinet ook daadwerkelijk zullen leiden tot meer arbeidsparticipatie. De verwachting is dat een hogere vaste vergoeding wel zal leiden tot een hoger gebruik van formele kinderopvang, maar niet tot een hogere arbeidsparticipatie. Sterker nog, het CPB heeft dit voornemen van het kabinet doorgerekend en kwam tot de conclusie dat de voorgestelde 95% vergoeding voor werkende ouders per saldo zal leiden tot mínder werkenden. Een hogere vergoeding leidt vooral tot vervanging van informele opvang door opa en oma, naar formele kinderopvang. Emmeline Bijlsma: “Hogere kosten voor de maatschappij dus, zonder opbrengst in termen van extra werkenden. Bovendien wordt de koppeling tussen het aantal gewerkte uren en het aantal uren opvang dat ouders kunnen afnemen straks losgelaten. In dat opzicht wordt meer uren werken dus niet lonender: ouders kunnen straks meer kinderopvang afnemen, zonder meer te gaan werken.”
Bovendien zijn er ook in de kinderopvang handen tekort, wat het probleem in stand houdt. Ook de pedagogisch medewerker met kinderen die meer uren wil gaan werken, heeft kinderopvang nodig.