10 oktober 2023

SZW opent internetconsultatie ‘verduidelijking en rechtsvermoeden zzp’

Foto: Elizaveta Dushechkina

Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties verduidelijken en het grijze gebied tussen werknemers en zelfstandigen verkleinen. De regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen worden verduidelijkt. Dit voorstel is een van de maatregelen waarmee het kabinet schijnzelfstandigheid wil tegengaan en meer ruimte wil bieden aan ondernemers. Hierdoor weten werkenden en werkgevers sneller of het werk door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer. Nieuw is dat indicaties die wijzen op het zelfstandig ondernemerschap ook stevig mee gaan wegen bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.

Het is tot 10 november 2022 mogelijk om via de internetconsultatie te reageren op het wetsvoorstel ‘verduidelijking en rechtsvermoeden zzp’.

In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel (zie bijlage onderaan dit bericht) wordt o.a. gesteld dat: “in het midden en aan de bovenkant van de arbeidsmarkt er vaker sprake is van schijnzelfstandigheid die niet zozeer door de werkgevende is afgedwongen, als wel is ingegeven door de inzet van onderhandelingsmacht van de werkende”.

Er is – vooral in recente jaren – een duidelijke toename te zien van het aantal zzp’ers in maatschappelijke sectoren, zoals de zorg, het onderwijs en de kinderopvang.
De recente groei van het aandeel zelfstandigen in deze sectoren is opvallend hoog geweest. Steeds meer werkenden hebben ervoor gekozen om zich als zelfstandige te laten inhuren, terwijl zij hetzelfde werk doen als werknemers waarmee zij zij-aan-zij werken en er van daadwerkelijk werken voor eigen rekening en risico niet of heel beperkt sprake is. De werkende heeft genoeg onderhandelingsmacht om “zelfstandigheid” af te dwingen, terwijl de werkgevende in feite de werkende in dienst zou willen nemen. Dat vormt oneerlijke concurrentie ten opzichte van werknemers en zorgt uiteraard voor een prikkel voor achterblijvende werknemers om óók de overstap naar zelfstandigheid te maken, waardoor de oneerlijke concurrentie steeds verder toeneemt. Het totaal aandeel (2022) van zelfstandigen in de Kinderopvang: 9,6% en Zorg: 7,2 % (bron CBS).

Inhoud wetvoorstel
De problematiek is meerledig. Enerzijds richt dit wetsvoorstel zich op het tegengaan van schijnzelfstandigheid, anderzijds op de te grote onduidelijkheid voor zelfstandigen en werkgevenden rondom de wijze waarop zij zonder een arbeidsovereenkomst werk kunnen verrichten. Het wetsvoorstel bevat de volgende maatregelen:

  1. Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie
    De wettelijke norm om werknemers van zelfstandigen te onderscheiden is op dit moment een open norm die door rechterlijke uitspraken (jurisprudentie) is ingekleurd. Met het voorstel wordt het meest onderscheidende wettelijke vereiste ‘werken in dienst van’ (gezag) uit artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek verduidelijkt. De jurisprudentie is bij elkaar gebracht, gestructureerd en gecomprimeerd aan de hand van drie hoofdelementen (werkinhoudelijk ondergeschiktheid, organisatorische inbedding en werken voor eigen rekening en risico). Deze hoofdelementen worden verder ingevuld door indicaties en de wijze waarop toetsing plaats dient te vinden, is ook gestructureerd.Het doel van deze maatregel is de duidelijkheid te vergroten. Dit moet het voor de markt, de uitvoeringsorganisaties (onder meer voor de handhaving) en de rechtspraak inzichtelijker maken wanneer als zelfstandige of werknemer kan worden gewerkt.
  2. Rechtsvermoeden uurtarief
    Met het voorstel wordt een civielrechtelijk rechtsvermoeden geïntroduceerd bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023). Als een werkende aan kan tonen dat er sprake is van een uurtarief lager dan het bovenstaande bedrag, wordt vermoed dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.Het doel van de maatregel is om het voor de werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker te maken om een arbeidsovereenkomst op te eisen bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Daarnaast zorgt het rechtsvermoeden voor een preventief effect doordat bij werken tegen een tarief onder de norm beter dan nu beoordeeld wordt of de klus door een zelfstandige gedaan kan worden, of dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst.

Bijlagen