Wat er ook speelt in een land, laat het vooral de kinderen zijn, kopte Loesje ooit. Want, zo wist Loesje, kinderen die de ruimte krijgen om te spelen, presteren later beter op school, gaan beter om met tegenslag en stress en kennen als volwassenen meer economische voorspoed en sociaal succes. Dat bevestigen ook de 126 onderzoeken die wetenschapsjournalist Mark Mieras bij elkaar bracht in de literatuurstudie ‘Onvervangbare Jaren’ die vandaag verschijnt. Precies op het moment dat Verenigde Naties hebben besloten om 11 juni uit te roepen tot Internationale Dag van het Spelen.
Helaas wordt veel kinderen de ruimte om te spelen ontnomen. Letterlijk, door het volbouwen van de buitenruimte en de dramatisch oplopende schermtijd van kinderen. Maar zeker ook figuurlijk. Volgens Peter Gray, emeritus professor aan het Boston College in de VS en dé expert in het belang van spel op de ontwikkeling van mensen, leeft onze maatschappij continu in angst om de controle over onze kinderen te verliezen. Dit leidt onder meer tot overbescherming, overscholing en overtesten van kinderen, wat een gezonde ontwikkeling in de weg staat.
De bewijzen hiervoor halen bijna dagelijks het nieuws. Startende, niet zindelijke, kleuters die alleen nog maar kunnen swipen, pubers met een burnout, en leerprestaties die steeds verder wegzakken. Zo toonde de OESO onlangs aan dat Nederland het laagst scoort op leesvaardigheid in West-Europa. Wiskunde is niet veel beter. Terwijl de Scandinavische landen, waar kinderen tot zeven jaar alle ruimte krijgen om te spelen, ruim boven het gemiddelde scoren.
In Scandinavië weten ze namelijk, net als de ontwikkelingsbiologen, -neurologen en – psychologen uit onze studie, dat formeel leren pas lukt als het brein daarvoor – al spelend – de noodzakelijke hersenverbindingen heeft gelegd. Jonge kinderen moeten vooral ruiken, proeven, voelen, bewegen… Zo leren ze omgaan met uitdagingen, onverwachte situaties en tegenslagen. Het geeft ze veerkracht en zelfvertrouwen en superbelangrijke vaardigheden als het begrijpen van emoties, grenzen aangeven en samenwerken. Door te spelen zijn kinderen de baas van hun eigen ontwikkeling. Hiermee leggen ze een stevige basis voor school, werk en het leven.
Hoogste tijd om spelen terug op de agenda te zetten. Op deze Internationale dag van het spelen én alle andere dagen erna. Wij staan voor meer speelruimte voor kinderen tot en met zes jaar. In omgevingen die nadruk leggen op spelen-is-leren, in plaats van woordjes stampen en rekentoetsen. En met ouders, pedagogisch professionals en kleuterleerkrachten die ze helpen profiteren van die leerervaringen. Die ze de ruimte geven om te ontdekken, te onderzoeken en vooral om ‘zelluf’ te doen. En dan het liefst zo veel mogelijk buiten. De onderzoeken laten er geen twijfel over bestaan: spelen is de allerbelangrijkste basisvaardigheid die je je als kind kan wensen.
Bas van ’t Wout (voorzitter) & Emmeline Bijlsma (directeur)
Brancheorganisatie Kinderopvang
Dit artikel verscheen op 11 juni 2024 als opinieartikel in De Telegraaf