In het artikel “Huidige cao maakt een educatieve kwaliteitsslag onmogelijk” stelt IJsbrand Jepma van Sardes dat pedagogische medewerkers maar 50 uren per jaar beschikbaar hebben voor taken en werkzaamheden buiten de groep en er veel meer uren nodig zijn om de gewenste educatieve kwaliteitsslag in de kinderopvang te maken. BK reageert met een open brief.
Beste IJsbrand,
In het artikel “Huidige cao maakt een educatieve kwaliteitsslag onmogelijk” geef je aan dat pedagogische medewerkers maar 50 uren per jaar beschikbaar hebben voor taken en werkzaamheden buiten de groep terwijl die uren nodig zijn om de gewenste educatieve kwaliteitsslag in de kinderopvang te maken. Tevens stel je dat de cao Kinderopvang niet de juiste condities biedt die nodig zijn om een educatieve kwaliteitsslag te maken.
Je hanteert hierbij echter een verkeerde interpretatie van de niet-groepsgebonden uren. Volgens de cao Kinderopvang zijn de niet-groepsgebonden uren bedoeld voor het uitvoeren van taken die horen bij de functie van pedagogisch medewerker en passen bij de functiebeschrijving. Welke taken dit concreet zijn is per organisatie verschillend. Dat is maatwerk. Hier maakt de werkgever met de medezeggenschap afspraken over.
Onderstaand een aantal voorbeelden van taken of werkzaamheden waarover in een regeling voor niet-groepsgebonden werk in de praktijk vaak afspraken worden gemaakt.
- Formeel werkoverleg
- Oudergesprekken zoals een kennismakingsgesprek of het bespreken van zorgen die over een kind bestaan met andere professionals
- Schrijven van observatieverslagen
- Voorbereiden van activiteiten of thema’s
Belangrijk hierbij is op te merken dat cao-partijen twee uitzonderingen hebben afgesproken op de definitie van niet-groepsgebonden werk. Deze afspraak is gemaakt in het cao-akkoord 2020-2021. Deze uitzonderingen zijn:
- Alle verplichte opleidings-, scholings- en trainingsactiviteiten (artikel 9.2 Cao Kinderopvang).
- Vervoeren van kinderen van en naar een bso-locatie. Alle overige situaties waarin kinderen vervoerd worden vallen onder groepsgebonden werktijd. Bijvoorbeeld vervoer van kinderen vanwege een activiteit.
De scholing binnen de kinderopvang wordt geregeld in art 9.2 van de cao Kinderopvang. Het hoofduitgangspunt hierbij is dat de werkgever en de medewerker samen verantwoordelijk zijn voor blijven leren en ontwikkelen. Bij de scholing die noodzakelijk is voor de functie-uitoefening moet de medewerker (bij)scholings-, leer- en opleidingsactiviteiten volgen. De werkgever wijst deze activiteiten in onderling overleg aan. Deze scholingsactiviteiten gelden als opgedragen werk. De werkgever betaalt de kosten van de scholingsactiviteiten. De tijd die de scholingsactiviteiten kosten, komt ook voor rekening van de werkgever.
Bij scholing die bijdraagt aan de (beroeps)ontwikkeling van de medewerker kan een medewerker een voorstel doen voor het volgen van scholing die bijdraagt aan haar (beroeps)ontwikkeling en de werkgever vragen hieraan bij te dragen. Het initiatief kan ook uitgaan van de werkgever. Maakt de medewerker hier vrijwillig gebruik van, dan mag de werkgever de medewerker vragen om hier zelf in te investeren. Bijvoorbeeld door de scholing in eigen tijd te volgen.
De bovenstaand beschreven scholingsregling is dus veel ruimer dan de door jou beschreven niet-groepsgebonden uren regeling. Sterker de niet-groepsgebonden uren zijn feitelijk helemaal niet bedoeld voor educatieve activiteiten. Binnen de cao Kinderopvang hebben werkgever en werknemer gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor een goede educatie. Daar biedt de cao meer dan voldoende ruimte voor.
Hartelijke groet,
Emmeline Bijlsma
directeur Brancheorganisatie Kinderopvang
PS Vanzelfsprekend lichten we dit graag mondeling toe. Onze uitnodigingen daartoe zijn echter tot op heden wellicht aan je aandacht ontsnapt. Wij blijven beschikbaar!