In 2017 werden vijf innovatiecentra opgericht om de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) te versterken. Vijf proeftuinen waarin VE-aanbieders drie jaar met een innovatieve maatregel experimenteerden. Kohnstamm Instituut, KBA Nijmegen en de Vrije Universiteit Amsterdam onderzochten de effectiviteit van deze innovaties.
Effectieve innovatie
Eén maatregel bleek een effectieve innovatie te zijn: de toepassing van digitale prentenboeken in de gemeente Dordrecht. Het doel was om te testen of digitaal voorlezen barrières weg kan nemen om voor te lezen. De ouders van 28 peuters met een verhoogd risico op een taalachterstand kregen een pakket met zes papieren of zes digitale boeken. Na een maand wisselden de gezinnen de boeken om voor de andere variant. De papieren boeken met elk 300 woorden werden gemiddeld 16 keer per maand voorgelezen, wat voor een maandelijkse extra taalinput van 4.800 woorden zorgt. De digitale prentenboeken (ook 300 woorden) werden veel vaker gelezen. Gemiddeld (her)lazen de kinderen 37 digitale boeken per maand. Dat zorgt voor een extra taalinput van 11.100 woorden.
Inspirerende praktijkvoorbeelden
Bij de overige innovaties kunnen geen harde conclusies getrokken worden over de effectiviteit van de interventies. Ze kunnen zeker wel als inspiratie dienen voor VE-aanbieders.
- In Leiden leverden de motivatie-interviews meer eigen verantwoordelijkheid bij de deelnemende pm’ers op.
- In Amsterdam ervaren leidinggevenden en pm’ers dat ze dankzij de 15-uur VE meer tijd hebben om kinderen te ondersteunen bij hun ontwikkeling.
- In Den Haag hebben pm’ers via het kunstparticipatieproject ervaren hoe belangrijk non-verbale communicatie en verrassingseffecten zijn.
- En de intercollegiale audits in de gemeente Heerlen dragen bij aan de kwaliteit van het vve-aanbod in zowel voor- als vroegschool.