De SER ziet de arbeidsmarktkrapte als een breed, gezamenlijk vraagstuk voor publieke én private actoren waarbij nieuwe sociaal-economische oplossingen moeten ontstaan. Als vervolg op het vorig jaar in mei aangeboden SER – tussentijds briefadvies over oorzaken en oplossingen voor de personele krapte in maatschappelijke sectoren, ligt er een nieuw SER-advies.
“De arbeidsmarktproblematiek in (semi)publieke sectoren is urgent en vraagt om actie. Zonder ingrijpen gaat het niet lukken om de vergrijzing op te vangen en de vicieuze cirkel van werkdruk en uitval/uitstroom te doorbreken.” – SER
SER: De publieke dienstverlening dreigt de komende jaren steeds meer vast te lopen. Gericht beleid en vernieuwende samenwerking zijn nodig om een toekomstbestendige uitvoering en beschikbaarheid van publieke taken zeker te stellen en werkenden aantrekkelijk en leerrijk werk te bieden onder goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. De overheid dient op deze punten een voorbeeldrol te vervullen. Uiteraard hebben (semi)publieke sectoren, naast de overheid, ook een belangrijke rol in het verminderen van de krapte. In het beroep op schaarse menskracht staan de (semi)publieke sectoren echter niet los van de markt en de maatschappij. Ook in private sectoren is de krapte nijpend. Voorkomen moet worden dat oplossingen in de (semi)publieke sector ten koste gaan van de private sector en andersom.
Wat dit advies ook goed duidelijk maakt, is dat zogeheten quick fixes niet bestaan. Gezien het feit dat overal krapte is en omdat de krapte nog zo lang zal duren, past realisme over te veel maakbaarheid. Naast kraptebeleid is daarom ook gedachtevorming nodig over de waarde van publieke taken en de keuzes die nodig zijn om die taken toegankelijk, van goede kwaliteit en financierbaar te houden.
De grote en langdurige arbeidsmarktspanning is op drie manieren problematisch:
- Ten eerste voor de professionals in deze sectoren, die te maken hebben met toenemende werkdruk, knellende regelgeving en afnemende motivatie. Dit draagt bij aan uitval en vertrek en daarmee aan nog meer overvraging en werkdruk voor collega’s: een neerwaartse spiraal. De aantrekkingskracht van het werken in (semi)publieke sectoren staat daarmee stevig onder druk.
- Ten tweede ondervinden burgers en bedrijven de nadelige gevolgen van arbeidskrapte in de vorm van oplopende wachtlijsten, uitval van dienstverlening of dienstverlening van lagere kwaliteit.
- In de derde plaats vormen tekorten in de (semi)publieke sector een belemmering voor het functioneren van de economie als geheel, waardoor een lagere brede welvaart dreigt, toenemende sociale ongelijkheid en vertraging in de aanpak van transities en grote maatschappelijke opgaven.
De tekorten in (semi)publieke sectoren kennen drie onderscheidende oorzaken ten opzichte van de krapte in private sectoren.
- De samenstelling van het personeelsbestand. Vanwege het grotere percentage deeltijders, met name in de zorg, het primair onderwijs en de kinderopvang, zijn er méér personen nodig om in de arbeidsvraag te voorzien dan in de private sectoren.
- Werkenden in (semi)publieke sectoren vinden overwegend dat zij betekenisvol werk doen, maar zijn ten opzichte van de markt negatiever over werkdruk en autonomie. Het werk wordt vaak als fysiek en/of mentaal zwaar ervaren en de professionals hebben relatief vaak te maken met ongewenst gedrag van burgers, patiënten, leerlingen en ouders.
- Een meer fundamenteel verschil is dat (semi)publieke organisaties veel sterker te maken hebben met publieke besluitvorming. In de afgelopen jaren heeft de overheid vaak gestuurd op beperking van uitgaven, waardoor de dienstverlening op diverse terreinen onder druk kwam te staan. Sterk wisselend beleid werkt door in de arbeidsmarktkrapte en in de waardering van (semi)publieke sectoren als dienstverlener en als (potentiële) werkgever. De (toename van) strikte voorschriften, kwaliteitsregulering en verantwoordingseisen leiden tot hoge administratieve lasten waardoor de efficiency en het werkplezier onder druk komen te staan. Het groeiende aandeel van administratieve taken legt extra beslag op personeel en daarmee op de collectieve lasten, en impliceert dat er minder tijd is voor de primaire taken.
“Gericht beleid en vernieuwende samenwerking zijn nodig om een toekomstbestendige uitvoering en beschikbaarheid van publieke taken zeker te stellen en werkenden aantrekkelijk en leerrijk werk te bieden onder goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. De overheid dient op deze punten een voorbeeldrol te vervullen.” – SER
Oplossingen: naar een samenhangend, langdurig en stevig arbeidsmarkbeleid
De SER vindt dat het goed mogelijk is om met gericht beleid de ergste krapte te verlichten. Activiteiten zijn nodig om méér mensen te binden én te behouden voor het werken aan publieke taken, en belemmeringen weg te nemen voor mensen die meer willen werken. Daarnaast is het nodig om het werk slimmer en innovatiever te organiseren. De kunst is te sturen op het verhogen van de productiviteit en kwaliteit, zonder dat dat gepaard gaat met extra werkdruk. Verder is meer oog nodig voor de continuïteit van financiering en overheidsbeleid: keuzes van de overheid en fluctuaties in de financiering beïnvloeden de spanning op de arbeidsmarkt. Ook is het zinvol om met een scherpe blik te kijken naar de uitvoerbaarheid van beleid in termen van benodigde arbeid.
Vier kansrijke oplossingsrichtingen
In zijn advies van mei 2022 constateert de SER dat het verminderen van krapte in de (semi)publieke sectoren maar tot op zekere hoogte ‘maakbaar’ is. Dat neemt niet weg dat het met (arbeidsmarkt)beleid mogelijk is om de problemen in de (semi)publieke sectoren te verlichten. Er zijn op hoofdlijnen vier kansrijke oplosrichtingen genoemd;
- Aantrekkelijk werk en goed werkgeverschap
- Arbeidsaanbod: faciliteer mensen die meer (uren) willen werken
- Innovatie en vermindering red tape: meer doen met dezelfde mensen
- Langjarig perspectief in beleid en financiering
Conclusies en aanbevelingen
De publieke dienstverlening piept en kraakt onder de capaciteitsproblemen en dreigt erdoor vast te lopen. De historische en aanhoudende arbeidsmarktkrapte maakt dat organisaties in het (semi)publieke domein grote moeite hebben om vacatures vervuld te krijgen, terwijl er op de werkvloer door vergrijzing, verzuim en vertrek gaten vallen. Daarnaast is het belangrijk rekening te houden met de toekomst waar de vergrijzing de druk op werkenden om mantelzorg te geven alleen maar groter worden. Het beroep op mensen om (meer) betaalde arbeid te verrichten zal weinig uithalen als daardoor andere verantwoordelijkheden in de knel komen.
De SER pleit voor een pragmatische aanpak en voor meer samenhang, continuïteit en stevigheid in het arbeidsmarktbeleid van (semi)publieke sectoren. Zij constateert dat de sectoren nu te weinig met elkaar samenwerken, waardoor kansen voor duurzame inzetbaarheid over sectorgrenzen heen onderbenut blijven of zelfs concurrentie om schaars personeel kan ontstaan. Om de krapte te verminderen zal dit moeten veranderen. De grootte van de uitdagingen vraagt om een gezamenlijk, langdurig en sectoroverstijgend commitment van alle partijen.