11 juni 2024
BK slaat op ‘International Day of Play’ alarm voor meer spelen: tijd tikt voor kinderspel
Kinderen die de ruimte krijgen om te spelen, presteren later beter op school, gaan beter om met tegenslag en stress en kennen als volwassenen meer economische voorspoed en sociaal succes. Dat bevestigen de 126 onderzoeken die wetenschapsjournalist Mark Mieras bij elkaar bracht in de literatuurstudie ‘Onvervangbare Jaren’ in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang. Dinsdag 11 juni, op de dag dat de Verenigde Naties de eerste ‘International Day of Play’ uitroepen, is de officiële lancering.
BK pleit voor meer speelruimte. Emmeline Bijlsma, directeur BK: “Spelen is een serieuze zaak. Wat een kind in zijn eerste levensjaren aan kennis en vaardigheden bij elkaar speelt, is ongekend. Albert Einstein noemt spelen niet voor niets de hoogste vorm van onderzoek. Helaas wordt veel kinderen de ruimte om te spelen ontnomen.”
“Letterlijk, door het volbouwen van de buitenruimte en de steeds verder oplopende schermtijd van kinderen. En ook figuurlijk. Volgens Peter Gray, emeritus professor aan het Boston College in de VS en dé expert in het belang van spel voor de ontwikkeling van mensen, leeft onze maatschappij continu in angst om de controle over onze kinderen te verliezen. Dit leidt onder meer tot overbescherming, overscholing en overtesten van kinderen, wat een gezonde ontwikkeling in de weg staat.
Bijlsma: “De bewijzen hiervoor halen bijna dagelijks het nieuws. Kleuters die starten op de basisschool, nog niet zindelijk zijn en alleen maar kunnen swipen, pubers met burnout, en leerprestaties die steeds verder wegzakken. Zo toonde de OESO onlangs aan dat Nederland het laagst scoort op leesvaardigheid in West-Europa. Wiskunde is niet veel beter. Terwijl de Scandinavische landen, waar kinderen tot zeven jaar alle ruimte krijgen om te spelen, ruim boven het gemiddelde scoren.”
Baas over eigen ontwikkeling
Volgens Bijlsma weten ze in Scandinavië namelijk, net als de ontwikkelingsbiologen, -neurologen en -psychologen uit de literatuurstudie van BK, dat formeel leren pas lukt als het brein daarvoor – al spelend – de noodzakelijke hersenverbindingen heeft gelegd. “Jonge kinderen moeten vooral ruiken, proeven, voelen, bewegen… Zo leren ze omgaan met uitdagingen, onverwachte situaties en tegenslagen. Het geeft ze veerkracht en zelfvertrouwen en superbelangrijke vaardigheden als het begrijpen van emoties, grenzen aangeven en samenwerken. Door te spelen zijn kinderen de baas over hun eigen ontwikkeling. Hiermee leggen ze een stevige basis voor school, werk en het leven.”
Spelen is een serieuze zaak
Met de literatuurstudie hoopt Bijlsma Nederland wakker te schudden om (begeleid) spelen weer serieus te nemen. “Iedereen wil gelukkige kinderen. Het is daarom de hoogste tijd om spelen terug op de agenda te zetten. Van de politiek, het onderwijs en de maatschappij. Wij staan voor meer speelruimte voor kinderen tot en met zes jaar. In omgevingen die nadruk leggen op leren-is-leuk in plaats van woordjes stampen en rekentoetsen. En dan het liefst zo veel mogelijk buiten. De onderzoeken laten er geen twijfel over bestaan: spelen is de allerbelangrijkste basisvaardigheid die je je als kind kan wensen.”