25 november 2022

Pre-COOL onderzoek naar VVE

Aanleiding

Sinds 2009 is er grote belangstelling voor het beperken of verkleinen van leerachterstanden in het onderwijs door middel van voorschoolse educatie. Die belangstelling heeft zich vertaald naar flinke financiële investeringen in zowel het bereik van de doelgroep als in het verbeteren van de kwaliteit van het aanbod. Vanzelfsprekend dus dat er behoefte was aan onderzoeksresultaten die het nut en de effectiviteit van deze voorschoolse programma’s zouden kunnen aantonen.

Het onderzoek

Eerder onderzoek naar de effecten van voor- en vroegschoolse educatie kampte met praktische en methodologische beperkingen (ontbrekende voormetingen, te kleine onderzoeksgroepen, te korte onderzoeksperiode etc.). Daarom werd in 2009 besloten tot een grootschalig en langdurig onderzoek naar effecten van vve, het pre-COOL cohortonderzoek. De naam verwijst naar de geplande aansluiting bij het Cohortonderzoek Onderwijsloopbanen primair en voortgezet onderwijs (COOL5-18). Cohortonderzoek wil zeggen dat een groep kinderen van een bepaalde leeftijdsgroep langere tijd in hun ontwikkeling wordt gevolgd.

Belangrijkste bevindingen van het onderzoek

Doelgroepkinderen die deelnemen aan voor- en vroegschoolse opvang en educatie, halen een deel van hun beginachterstanden ten opzichte van niet-doelgroepkinderen in. Dat geldt vooral voor woordenschat, maar ook achterstanden in rekenen lopen doelgroepkinderen in de basisschoolperiode in. Ook het oordeel over werkhouding wordt positiever. Alleen bij begrijpend lezen zijn er nauwelijks inhaaleffecten ten opzichte van niet-doelgroepkinderen. De winst met betrekking tot de schoolvaardigheden is klein tot middelgroot.

De kwaliteit van de voorschoolse educatie is doorslaggevend voor de effectiviteit maar ook de achtergrond van het kind speelt een rol. Het inhaaleffect is groter voor kinderen met een andere thuistaal en niet-westerse migratieachtergrond en vooral voor kinderen bij wie er sprake is van een combinatie van deze kenmerken met het kenmerk laag opleidingsniveau van de moeder. Het inhaaleffect is in het algemeen kleiner, afwezig of zelfs negatief (verbaal kortetermijngeheugen) voor kinderen van moeders met een laag opleidingsniveau zonder migratieachtergrond of een andere thuistaal naast het Nederlands.

De reductie van achterstanden in de schoolvaardigheden in de voor- en vroegschoolse periode (2 tot 6 jaar) is bescheiden maar ongeveer even groot als de verkleining van achterstanden in de overige basisschoolperiode.

Het klein tot middelgrote inhaaleffect van VE heeft een beperkte impact: aan het einde van de basisschool is de kloof tussen doelgroepkinderen en andere kinderen nog altijd groot.

Reactie Betsy van de Grift

In de gepubliceerde reactie van Betsy van de Grift schrijft ze: “Opvallend is dat volgens het criterium ‘kind van een laagopgeleide moeder’ juist deze doelgroepkinderen weinig tot niet profiteren van voorschoolse educatie. Ook opvallend is dat naast de kwaliteit het doorlopende aanbod in de vroegschoolse educatie belangrijk is. Maar het onderzoek toont aan dat de helft van de doelgroep kinderen na de voorschoolse educatie naar een gewone kleutergroep gaat en dus helemaal geen vroegschoolse educatie krijgt.”

Aanbevelingen Betsy van de Grift

Als we de conclusies uit het rapport serieus willen nemen rest de kinderopvang drie belangrijke zaken:

  1. We moeten ons blijvend inzetten voor kwaliteitsimpulsen bijvoorbeeld op het gebied van interactievaardigheden en de emotionele en educatieve kwaliteit van alle voorschoolse voorzieningen.
  2. We moeten los van de doelgroep criteria die de gemeenten met ons willen afspreken zelf de regie, het bewustzijn en een hogere urgentie ontwikkelen voor het doen van een hoogwaardig educatief aanbod in al onze voorzieningen, waarmee kinderen die dat nodig hebben gesteund kunnen worden inhaaleffecten kunnen realiseren.
  3. We moeten in de relatie met gemeenten en onze onderwijspartners proactief stelling nemen en aanhoudend benadrukken dat zíj aan zet zijn als het gaat om het bereiken van kleuters met goede vroegschoolse educatie een daarmee de winst en de effectiviteit van voorschoolse educatie borgen en vergroten.

Lees hier de uitgebreide samenvatting en commentaar van Betsy van de Grift bij het pre-COOL rapport.

Lees hier het gehele pre-COOL rapport.