28 februari 2023

Kamerbrief taaleis 3F en meertalige dagopvang

Met deze kamerbrief heeft Minister Van Gennip (SZW) de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken omtrent de nieuwe taaleis 3F en omtrent het wettelijk mogelijk maken van meertalige dagopvang.

Nieuwe taaleis 3F
De taaleis die per 1 januari 2025 van kracht gaat houdt in dat een beroepskracht moet kunnen bewijzen dat hij/zij de Nederlandse mondelinge taalvaardigheid beheerst op ten minste niveau 3F of B2. Mondeling taalvaardigheid bestaat uit de deelvaardigheden spreken, gesprekken voeren en luisteren.
Zie voor meer informatie over de taaleis:
Download de notitie over de Taaleis 3F
Download de geactualiseerde Factsheet Kwalificatie VE

Situatie van het huidige kinderopvangpersoneel
Ondanks dat de druk op de sector onverminderd hoog is, ziet de minister het belang van de taaleis om de hoge kwaliteit van de kinderopvang te kunnen borgen. De minister hecht er ook waarde aan dat de eisen realistisch zijn. De implementatie van de taaleis wordt goed gemonitord. Het eerste beeld schetst dat ondertussen ruim de helft van de medewerkers voldoet op basis van hun diploma’s of het succesvol afronden van een taaltoets. Toch moet nog een groot deel van de huidige medewerkers voor de eerste keer een taaltoets afleggen. De minister roept op om spoedig werk te maken van het toetsen van medewerkers op hun taalniveau, zodat medewerkers waar nodig nog voldoende tijd hebben om het benodigde niveau te behalen. Op dit moment heeft 2% van alle medewerkers bij deze organisaties wel een taaltoets gedaan, maar deze (nog) niet gehaald. Voor een deel van de medewerkers is de taaleis lastig te halen. De minister heeft goede hoop dat met de juiste begeleiding en manier van toetsing de meesten van deze medewerkers de taaleis uiteindelijk toch zullen halen.

Situatie van mbo-opleidingen
Een belangrijke stap is dat er instellingsexamens ontwikkeld zijn voor het onderdeel Luisteren, zodat deze beter aansluit op de beroepspraktijk en interessegebieden van de studenten. Van alle geëxamineerde studenten is slechts 4% niet geslaagd vanwege het niet voldoen aan de taaleis 3F. Het aanbieden van instellingsexamens blijkt van meerwaarde, maar nog niet alle scholen bieden het aan.

Vervolg
In de loop van 2023 wil de minister opnieuw in kaart staat hoe de implementatie ervoor staat, zowel bij de kinderopvangorganisaties als mbo-opleidingen. Naast kwantatieve effecten zullen andere signalen ook een plek krijgen. Dit wordt uiterlijk in begin 2024 gecommuniceerd naar de Tweede Kamer.

Wetsvoorstel meertalige dagopvang
Bij de uitwerking van de wijziging van het wetsvoorstel heeft de minister een aantal uitgangspunten gehad voor de taaleisen van de beroepskrachten:

  1. Het maximum percentage van 50% van de openingstijd van een kindcentrum per jaar uit het experiment meertalige dagopvang vindt de minister te ruim. Dus meertalige opvang moet voor maximaal 50% van de opvangtijd per dag mogelijk worden gemaakt.
  2. Een doorgaande leerlijn is van groot belang, zodat de opgedane taalkennis niet snel vergeten wordt.
  3. Het is belangrijk dat de pedagogisch medewerkers een rijk taalaanbod kunnen aanbieden en dus de taal op niveau 3F of B2 beheersen.
  4. De minister streeft naar realistische eisen voor de pedagogisch medewerkers. Het is niet nodig dat een medewerker voor twee talen voldoet aan de hoge taaleis, mits zij maar één taal spreken op de groep. Hierbij moet wel minimaal één beroepskracht Nederlands beheersen op niveau 3F en minimaal één beroepskracht de andere taal op dit niveau. Iedere beroepskracht moet wel de andere taal van de meertalige opvang op een minimumniveau beheersen voor onderlinge communicatie tussen de beroepskrachten en kinderen die nog niet beide opvangtalen beheersen. Dit gaat om taalniveau A2.
  5. De voorwaarde voor meertalige dagopvang moeten aansluiten bij de huidige voorwaarden voor meertalige BSO en het experiment meertalige dagopvang. Ook moet het aansluiten bij de systematiek van de Nederlandse taaleis.

In de regelgeving moeten voorwaarden worden opgenomen over de hierboven genoemde taaleisen voor het personeel en eisen die gesteld gaan worden aan het pedagogisch beleidsplan. Onder andere zal er beschreven moeten worden in het pedagogisch beleidsplan hoe de meertalige opvang vorm krijgt, in welke verhouding Nederlands en de andere taal wordt gesproken, hoe er wordt omgegaan met vervanging van beroepskrachten en hoe de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd.

Vervolg
Begin 2023 zal het wetsvoorstel aan de Raad van State worden aangeboden, waarna het aan de Tweede Kamer toegezonden kan worden. De beoogde inwerkingtredingsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2024.

Lees hier de kamerbrief.