20 november 2024

Interview met Tulika Bansal, adviseur Kinderarbeidvrije kinderopvang: “Ik luister naar de mensen”

Foto: Andres Ayrton

Dit voorjaar sloeg de kinderopvang de handen ineen tegen kinderarbeid. De komende drie jaren gaat de sector aan de slag om de kinderopvang kinderarbeid vrij te maken. Dat wil zeggen dat de kinderopvang geen gebruik maakt van producten waarbij in de keten sprake is van kinderarbeid. Daarnaast is het welzijn van kinderen elders in de wereld belangrijk. Tulika Bansal begeleidt en adviseert de 7 betrokken kinderopvangorganisaties, de branchepartijen BMK en BK en het Waarborgfonds die een RVO-subsidie toegekend kregen om kinderarbeid in een productieketen op te sporen, te voorkomen en aan te pakken. Zij vormen en partnership met Global March against child labour en Terre des hommes.

Door: Hélène Smid (Strategisch Communicatieadviseur BMK)

Een heel bijzonder streven, zegt Tulika Bansal, expert op het gebied van mensen- en kinderrechten. Ze geeft advies en trainingen aan toonaangevende multinationals, NGOs, (niet-gouvernementele organisaties, dit zijn organisaties zonder winstoogmerk die onafhankelijk van nationale overheden opereren) en aan organisaties die werken met mensen die direct getroffen worden door mensenrechtenschendingen. Tulika heeft wereldwijd meer dan 15 ‘HRIA’ ( mensenrechteneffect beoordelingen) geleid en uitgevoerd in uiteenlopende landen en sectoren. Daarnaast spreek ze vloeiend Engels, Spaans, Nederlands en Hindi, en woont afwisselend in India en Europa.

Intrinsiek streven
Het valt Tulika op dat de drive om de kinderopvangsector kinderarbeid vrij te maken, uit de kinderopvangorganisaties zelf voortkomt, waar in andere sectoren de druk om iets te verbeteren meestal van buiten wordt opgelegd; bijvoorbeeld vanwege strengere wetgeving. De externe impuls kan de publicatie van een confronterend rapport van een NGO zijn, of een reportage over kinderen die ingezet worden in het productieproces. Het streven in de kinderopvang daarentegen, komt intrinsiek vanuit de sector zelf. ‘Een sector waar de ontwikkeling van het kind centraal staat, en dat houdt niet op bij de grens’, zo vinden de initiërende organisaties Hestia, Humankind, Wij zijn jong!, Op Stoom, Kindergarden, Mundo, Partou en de andere partijen die onderdeel uitmaken van het partnership,. Zij schrijven: ‘We willen dat alle kinderen het goed hebben; zowel de kinderen in onze kinderopvang als de kinderen elders in de wereld. De kinderen van nu vormen samen onze toekomstige samenleving. Door zo te handelen geven we hen de juiste boodschap mee’.

Tulika praat rustig maar oogt gedreven en heeft een enorme staat van dienst op het vlak van mensen- en kinderrechten. Waar komt haar drive vandaan, vraag ik haar?
Tulika vertelt dat zij geboren en getogen is in Nederland met ouders van Indiase afkomst die in Nederland een import-export bedrijf startten met spullen die ze uit India importeerden. Tulika ging als klein meisje af en toe mee naar India. ‘Ik zag van jongs af aan zaken en omstandigheden die verbeterd konden worden, en zag tijdens mijn bezoeken naast veel moois ook armoede en schendingen van mensen- en arbeidsrechten. Mijn drive is iets doen wat maatschappelijke waarde heeft.’

Mensen die getroffen worden
Tulika studeerde vervolgens Internationaal Publiekrecht, en richtte zich binnen haar studie op mensen- en kinderrechten. Tijdens haar studie liep ze stage bij FNV Mondiaal, de internationale afdeling van de vakbeweging, waar ze leerde over vakbonds-en arbeidsrechtenschendingen. Vervolgens liep ze stage in India bij Cividep, een kleine NGO waar ze werkte aan een OESO-klacht tegen een Nederlandse multinational die kleding produceerde in India. Die ervaringen wakkerde haar interesse in het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) aan. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen vind ik heel belangrijk. En ook dat mensenrechten en schendingen daarvan in het bedrijfsleven, aan de kaak gesteld worden. Ik luister naar de  mensen die getroffen worden; de mensen die werken in de fabrieken en de arbeiders op de plantage, de milieuvervuiling en de landroof die daar gebeurt. (Landgrabbing, ofwel landroof is als bedrijven of overheden nemen land in nemen voor bedrijfsgebruik, voor mijnbouw of een plantage, van mensen die daar of wonen of het land gebruiken om iets te verbouwen. Soms gebeurt dat met compensatie, maar soms ook zonder.) ‘Als we hen niet horen kun je niets veranderen en verbeteren.’  Tulika kiest haar woorden zorgvuldig en als ze spreekt over haar grote gedrevenheid deze mensen bij te staan en hun positie te versterken.

Tulika geeft aan blij te zijn dat steeds meer bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen en beter presteren op het thema MVO. Inmiddels is dat ook een wettelijke verplichting geworden en komt dit dus niet alleen voort uit medemenselijkheid, voegt Tulika er knipogend aan toe.

Wettelijke verplichting
De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld hoe bedrijven om moeten gaan met hun verantwoordelijkheden als zij in het buitenland opereren. Op 25 juli 2024 is de EU Richtlijn Due diligence op het gebied van duurzaamheid van bedrijven in werking getreden. Het doel van deze richtlijn van de Europese Unie is het bevorderen van duurzaam en verantwoord ondernemingsgedrag in alle de activiteiten van bedrijven en in hun mondiale waardenketens.

Consequenties voor de kinderopvang
Deze richtlijngeldt ook voor Nederlandse bedrijven en dus ook voor m.n. de grotere kinderopvangorganisaties. Zij moeten in de komende jaren kunnen aantonen wat de mensenrechten en milieu risico’s zijn van hun eigen activiteiten in relatie tot hun eigen ‘keten’. Concreet betekent dit bijvoorbeeld  ‘hoe ga je om met t-shirts en fleecetruien voor pedagogisch medewerkers die gemaakt die gemaakt zijn in Bangladesh’?

 

Due Diligence
Due diligence is een doorlopend proces dat bedrijven helpt risico’s op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en milieu in kaart te brengen en vervolgens te stoppen, te voorkomen of te beperken. Due diligence is een essentieel onderdeel van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) en staat centraal in de internationaal erkende OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen (2023) en de United Nations Guiding Principles (UNGPs). Due diligence wordt ook wel gepaste zorgvuldigheid of ‘ketenverantwoordelijkheid’ genoemd.

Due diligence
‘Due diligence’ kent 6 stappen die ook in het project ‘Kinderarbeidsvrije kinderopvang’ worden doorlopen.

Bron: https://www.oesorichtlijnen.nl/oeso-richtlijnen/due-diligence