18 augustus 2023
Meer ruimte om agrarische kinderopvang te behouden na stoppen boerenbedrijf
Moet een agrarische kinderopvang de deuren sluiten wanneer het boerenbedrijf stopt? Niet per se, stelt de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) in haar nieuwe handreiking over multifunctionele landbouw voor beleidsmedewerkers van gemeenten.
Met de handreiking wil VNG duidelijkheid bieden voor ondernemers, ambtenaren en bestuurders over de mogelijkheden van multifunctionele landbouw, meldt VNG op haar website. Kinderopvang is zo’n dienst binnen multifunctionele landbouw. Waar voorheen bepaald werd dat activiteiten als agrarische kinderopvang alleen mogen bestaan zolang de hoofdfunctie – het agrarische bedrijf – bestaat, lijkt de VNG nu ruimte te geven aan gemeenten om dit anders in te vullen.
Met het oog op de nieuwe Omgevingswet per 1 januari 2024 schrijft de VNG in haar handreiking: “Agrarische kinderopvang is toegestaan bij een agrarisch bedrijf, en moet stoppen als het agrarische bedrijf stopt. Klopt die gedachtegang nog in de omgevingswet? Als elke activiteit separaat wordt afgewogen, niet meer noodzakelijkerwijs. Voor nieuwe omgevingsvisies is het van belang na te gaan of, en zo ja waar en hoe, dit principe blijft meespelen of moet worden gewijzigd. Dit kan mede leiden tot herziening van de begrippen nevenactiviteit versus hoofdactiviteit naar een nieuwe invulling van het begrip activiteit in het omgevingsplan.”
Een positieve gedachtegang van de VNG, vindt Monique Litjens, voorzitter van de Verenigde Agrarische Kinderopvang (VAK) en lid van BK. Op online platform Nieuwe Oogst reageert zij: ‘Dit biedt mogelijkheden voor boeren die hun agrarisch bedrijf om verschillende redenen moeten stoppen en op deze manier toch de multifunctionele tak kunnen houden. Voor opvolgers die alleen de multifunctionele tak willen overnemen, schept het ook kansen. Nadeel is dat je zonder dieren misschien ook niet meer van agrarische kinderopvang kunt spreken. Aan de andere kant, er zijn nu ook varkenshouders met agrarische kinderopvang. Kinderen neem je op dat soort bedrijven vaak niet mee de stal in.’
Hoewel Litjens stelt dat de intenties van de VNG goed zijn, is het beleid nog pril. “Wat opvalt, is dat veel afhankelijk blijft van de individuele gemeente. Zo kan een gemeente streng zijn in het toestaan van een multifunctioneel bedrijf en wil ze geen extra verkeersbewegingen, terwijl andere gemeenten daar weer minder strikt in zijn.”
Bron: Kinderopvang Totaal