Onderzoekers van de Universiteit Leiden hebben de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar stressniveaus en het welbevinden van jonge kinderen (in het bijzonder baby’s) en hun ouders op het kinderdagverblijf, met name rondom de start. In de verschillende onderzoeksprojecten, waarbij onder andere gedragsobservaties, fysiologische metingen en vragenlijstonderzoek zijn gedaan, kwam naar voren dat een aanzienlijk deel van de kinderen en ouders stress ervaart tijdens en na de (her)start op het kinderdagverblijf, onafhankelijk van de kwaliteit van de opvang. Ook bleek dat meerdere kind- (leeftijd en aantal uur in de kinderopvang) en ouderfactoren (sensitiviteit en verlatingsangst) hiermee samenhangen. Ook al is het ervaren van stress niet per definitie schadelijk, meer ondersteuning voor kinderen en hun ouders in de kinderopvang, met name rondom de start van zeer jonge kinderen, levert hoogstwaarschijnlijk een positieve bijdrage aan de ontwikkeling en het welzijn van kinderen en hun ouders. De onderzoekers doen in hun vervolgonderzoek een aantal aanbevelingen aan kinderopvangorganisaties om de ondersteuning tijdens de wenperiode te verbeteren.
De start op de kinderopvang begint voor voor kinderen en hun ouders vrijwel bij ieder kinderdagverblijf met een wenperiode. Uit het onderzoek naar het verloop van de wenperiode, bleek onder andere dat ouders in hoge mate tevreden zijn over de wenperiode. Vooral de communicatie met de pedagogisch medewerkers en hun vriendelijke en enthousiaste houding en uitstraling werd door ouders gewaardeerd. Maar ouders noemden ook verbeterpunten voor de wenperiode, namelijk 1) een extra wendag voor hun baby (in plaats van ‘slechts’ één of twee), 2) meer opbouw in het aantal uren wennen, 3) nog meer gehoor geven aan de wensen van ouders en 4) meer duidelijkheid over de rol van de ouder tijdens de wendagen.
Daarnaast kan het voor baby’s prettig zijn als ouders (een deel van de) wenperiode aanwezig zijn. Wetenschappelijke studies laten zien dat baby’s dan minder stress laten zien, wat goed is voor de ontwikkeling van hun stresssysteem en hun gevoel van emotionele veiligheid. De onderzoekers van de Universiteit Leiden vonden echter dat circa driekwart van de kinderdagverblijven niet aanbood dat ouders aanwezig konden blijven tijdens een deel van de wendagen.
De onderzoekers concluderen dat ouders tijdens de wenperiode vooral behoefte hebben aan het delen en ontvangen van informatie over hun baby. Op hun beurt kan het voor baby’s goed zijn als een ouder aanwezig mag zijn tijdens een deel van de wenperiode. Baby én ouder zijn vervolgens gebaat bij een duidelijke opbouw in de wenperiode. Zowel ouders als baby’s zullen op deze manier waarschijnlijk minder stress ervaren, wat hun welbevinden en verdere ontwikkeling ten goede komt.
Download hier het onderzoek ‘Child Care in Times of COVID-19: Predictors of Distress in Dutch Children and Parents When Re-entering Center-Based Child Care After a 2-Month Lockdown’.
Download hier het artikel ‘Doe meer met wenperiode op kinderdagverblijf’.