Toeslagen, het belang van helden en van fair play
De parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag heeft een indrukwekkend rapport geschreven. Indrukwekkend juist omdat er geen oordeel wordt uitgesproken maar de werkelijkheid wordt geschetst vanuit het perspectief van alle betrokkenen.
Die werkelijkheid is soms ontluisterend. Er is geen complot, er is geen kwade opzet. Maar er is wel vergaande juridificering, onvoldoende besef van de taak van de overheid om de maatschappij te dienen in plaats van het eigen organisatie- of politieke belang, te weinig intrinsiek eigenaarschap en teveel een “mijn collega komt zo bij u” mentaliteit. Informatieverstrekking aan de Kamer én bij rechtszaken én bij WOB-verzoeken wordt gestuurd door politieke doelen in plaats van het dienen van transparantie. En er zijn te weinig ambtelijke “helden” die op durven staan om dit aan de kaak te stellen.
Het is geen onbekend beeld. Om even een link te leggen naar een ander onderwerp, we herkennen dit beeld van het overheidshandelen inzake de Stint. Pieter Klein, die zowel betrokken was bij de onthullingen over de Stint als over de toeslagenaffaire, omschreef dit ooit als “het lelijkste gezicht van de overheid”. Vorige week dinsdag was de rechtszaak waarin het bezwaar werd behandeld dat wij namens ruim 150 organisaties indienden. We tekenden bezwaar aan tegen de wijze waarop de Stint van de weg werd gehaald en stellen de overheid aansprakelijk voor de kosten die de organisaties hebben moeten maken. Als je die stukken leest, overvalt je weer het gevoel van onmacht en boosheid dat de ouders in de toeslagenaffaire (in veel grotere mate) zullen herkennen: de landsadvocaat trekt alles, ieder juridisch argument, uit de kast om de overheid vrij te pleiten. Er worden rechtszaken gevoerd om stukken via de WOB te krijgen, maar dit wordt continue afgehouden – terwijl de stukken die we wel via die weg hebben gekregen, zeer belangrijke informatie bevatten. Het gaat niet over rechtvaardigheid of rechtmatigheid, het gaat over het wegduwen van verantwoordelijkheid.
Dit gebeurt dus nog steeds, en niet alleen op de onderwerpen die wij toevallig kennen. Wat we zien is wat de ombudsman zo mooi schetst: het is powerplay. En dat past de overheid niet, deze hoort te streven naar fair play. Deze dient altijd te realiseren dat de overheid er is om de maatschappij te dienen, dát was het “Sociaal Contract”. En niet andersom.
Dinsdag 22 december gaat het kabinet zich beraden op een reactie. Het is te hopen dat het kabinet voldoende rust kan vinden om achterover te leunen en breder te reflecteren. Breder dan de affaire, breder dan de toeslagen. Alsjeblieft, bespaar ons de reflex om meteen naar een nieuw stelsel te grijpen en de vlucht naar voren te kiezen. Bespaar ons het volgende fiasco.
Het volgende fiasco ligt namelijk al voor het oprapen. Heel Den Haag vindt: van die toeslagen moeten we af. De ambtenaren voorop: in talloze rapporten laten ze dit weten. IBO’s, maatschappelijke heroverwegingen, scenarioverkenningen, fiches voor verkiezingsprogramma’s en straks de fiches voor de formatie: ze zullen allemaal hierover gaan.
Maar er is iets veel groters aan de hand. Een nieuw stelsel voor alle toeslagen, of puur de kinderopvangtoeslag, lost het probleem wat de commissie heeft geschetst helemaal niet op. In ieder stelsel gaan er dingen mis, en zijn er onredelijke uitkomsten. De werkelijkheid is immers complex, gaat heus niet simpeler worden en laat zich niet vangen in de favoriete hobby’s van de overheid: één loket, een integrale aanpak en meer van dat soort blauwdrukken.
Wat de overheid moet leren, is om zich op een nette manier te bewegen in die complexiteit. Om vanuit de positie van de burger te bedenken hoe dingen begrijpelijk kunnen worden gemaakt, redenerend vanuit de complexiteit. Het betekent dat er een einde moet worden gemaakt aan het primaat van de juristen. Het betekent dat ambtenaren als adviseur van de minister zich voortdurend moeten beseffen dat zij de publieke zaak horen te dienen. Dat de vraag niet (alleen) moet zijn of de minister ergens over gaat struikelen, maar of de burger er over gaat struikelen.
Dat vraagt ook iets van de Kamer en de media – en dan zeggen we niets nieuws. Als ieder klein foutje breed wordt uitgemeten en de eerste reflex van de media en de Kamer is om te vragen wie er nu moet aftreden – óók nu zie je veel van dat soort berichten – dan is de eerste reflex van de politiek en haar ambtenaren om zich daartegen te beschermen.
Het is een vorm van spelverruwing. Spelverruwing leidt tot powerplay. En wij, de burgers, willen gewoon fair play.
Beste mensen, het was een krankzinnig jaar schreef iemand ons. En dat is inderdaad een mooie typering. Het jaar heeft ons ook veel gebracht. De afsluitende alinea van staatssecretaris Van ‘t Wout in de brief over de kwaliteit van de kinderopvang beschrijft dat zeer treffend.
“De Nederlandse kinderopvang staat er goed voor. Ze heeft de afgelopen jaren laten zien zich te kunnen meten met de top van wereld op het gebied van kwaliteit. Daarnaast wordt er in de dagelijkse praktijk veel aandacht besteed aan de veiligheid van kinderen. En aan ouders wordt steeds meer en betere ondersteuning geboden bij de (tegemoetkoming in de) kosten van kinderopvang. Deze combinatie van ontwikkelingen zorgt ervoor dat kinderopvang een steeds belangrijker en positieve rol kan spelen in de levens van veel kinderen en hun ouders. Dit jaar is eens te meer duidelijk geworden wat voor onmisbare rol kinderopvang speelt in onze maatschappij en met hoeveel veerkracht en flexibiliteit alle betrokkenen zich steeds weer inzetten om de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid verder te versterken. Ik heb er dan ook vertrouwen in dat deze lijn, ondanks de huidige sluiting van de kinderopvang, doorgezet gaat worden.”
Veel dank voor jullie inspanningen om dit te realiseren en dank aan de staatssecretaris en zijn ambtenaren om dit ook op te schrijven.
Mooie dagen gewenst!
Emmeline en Felix